Botertumult

In 1624 ontstond op de Dam grote opschudding toen de boterverkopers in opstand kwamen. De reden voor dit tumult was de verhoging van de impost (belasting) op de boter. De Republiek had geld nodig en probeerde met het verhogen van de belasting op verschillende goederen de benodigde  liquide middelen bijeen te schrapen.

De 80-jarige oorlog tegen Spanje kostte de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld. Toen in 1609 een bestand werd gesloten tussen Spanje en de Nederlanden keerde de rust weer terug en kon er geld gestoken worden in de handel. In Amsterdam werd deze periode benut om de stad uit te breiden (het werk voor de derde uitleg werd vanaf 1613 gestart). Na een periode van twaalf jaar relatieve vrede werd de oorlog weer hervat. De Staten van Holland en West-Friesland bemerkten de groote macht van den vyandt ende dat denzelven van meeninge is met het uyterste gewelt dese landen te overvallen ende zyne Spaensche heerschappye ende tirannie te onderwerpen. Om  hier weerstand tegen te bieden moest aan de zijde van de Republiek veel meerder crijgsvolck te voet ende paerde hebben moeten aennemen als oyt tevooren. Om dit te bekostigen werd op verscheidene goederen de belasting verhoogd, waaronder op boter. Voor iedere (houten) ton boter die verkocht zou worden, moest vier gulden impost betaald worden. Deze verhoging schoot bij de Amsterdamse boterverkopers in het verkeerde keelgat.

Den Dam en Markt tot Amstelredam omtrent ''t Jaar 1570

De Botermarkt omtrent het jaar 1570, getekend vanaf het Rokin.

Er ontstond een geweldige beroerte op de Botermarkt, die toen op de Dam gehouden werd. Het ‘graauw’ (gepeupel) verzamelde zich op drie juni 1624 op de Dam en viel eerst de impostmeester van de boter (belastingambtenaar) aan om vervolgens het comptoir (kantoor) van de belastingambtenaar met stenen te bekogelen. De bewoners aan de markt deeden hun best om ’t volk met goede woorden te stillen, doch ’t mogt niet helpen. Reden genoeg voor de schout en schepenen om de Botermarkt te ontruimen.

De Dam omstreeks 1625 (Berckenrode). De cijfers bij de stegen corresponderen met de cijfers in de tekst. Klik op de afbeelding voor een vergroting.

De Dam omstreeks 1625 (Berckenrode). De cijfers bij de stegen corresponderen met de cijfers in de tekst. Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Van oudsher was het mogelijk om de Dam af te sluiten door de toegangen af te sluiten met kettingen. Tot in de 18e eeuw werd de Dam bij nacht of in geval van grote onlusten afgesloten. Bij de boteroproer in 1624 werd dit principe ook toegepast. Op last van de bestuurders van Amsterdam werd de Dam afgesloten door de ketens bij de Vogelsteeg (1), de Nieuwe-Kerksteeg (2), de Nieuwendijk (3), het Water (4), de Vismarkt (5), de Vijgendam (6) en de Kromelleboogsteeg (7) te spannen. Bij deze uitvalswegen werden tevens soldaten gepositioneerd. Toen er ook soldaten bij de Waag op de Dam verschenen, sloeg de schrik bij de woedende menigte toe. Uiteindelijk werden ze van de Dam verdreven langs de Gasthuissteeg (8), de Kalverstraat (9) en de Beursstraat (10) waar nog geen ketens waren gespannen. Nadat de meute van de markt was verdreven werden ook deze toegangen gesloten.

De ketens die de toegang naar de Dam konden afsluiten.

De ketens die de toegang naar de Dam konden afsluiten.

Na het rumoer op de Dam besloten de heren van de Gerechte in Amsterdam een soepelere regeling te treffen rondom de betaling van de impost van ‘kopboter’. Dit was boter die in kleine hoeveelheden werd verkocht die het meest door het gemeenste (het grootste deel van de bevolking) volk gekogt werdt. Het protest van de boterverkopers had uiteindelijk dus toch effect.

Een vrouw is boter aan het karnen. Links komt een vrouw met een voorraad melk, dragend met een melkjuk (circa 1608).

Een vrouw is boter aan het karnen. Links komt een vrouw met een voorraad melk, dragend met een melkjuk (circa 1608).

De Botermarkt zou tot 1668 zijn plaats hebben op de Dam maar verhuisde na de vierde uitleg naar het Reguliersplein. De naam van dit plein werd later tot Botermarkt gewijzigd. Iedereen kent dit plein, echter onder een andere naam. In 1876 werd de naam Botermarkt gewijzigd in het Rembrandtplein, vernoemd naar het standbeeld van de schilder dat in 1852 door Willem III op het plein werd onthuld.

Bronnen uit het Stadsarchief Amsterdam:

5020.13.50 (8-6-1624)

5020.13.50 (8-6-1624)

5020.13.51 (8-6-1624)

5020.13.51 (8-6-1624)

5020.13.52 (8-6-1624)

5020.13.52 (8-6-1624)

Wagenaar, J. Amsterdam, in zyne Opkomst etc., deel 1, 1762

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


− 2 = 6