Jong geleerd, oud gedaan

De 17e eeuw was voor veel Amsterdammers een eeuw die rijkdom en voorspoed bracht. Er was echter ook een groot deel van de bevolking afhankelijk van bedelarij en criminaliteit om in hun onderhoud te voorzien. Het gros van deze luiden was tussen de achttien en veertig jaar, maar er waren ook notoire jeugddelinquenten en hardleerse bejaarden die op bedrieglijke wijze aan geld probeerden te komen. In dit artikel worden de bekentenissen van enkele opvallende gevangenen weergegeven.

Op 10 oktober 1656 werd de negenjarige(!) Jacob Pieterse door de schout verhoord. Hij kwam uit Den Haag en leefde niet alleen van het bedelen maar ook van dieverij dat hij van ‘schele Steven’ had geleerd. Hij bekende in het gesprek met de schout dat hij in Haarlem een beurs had ontvreemd en van het geld een paar schoenen had gekocht. Te Venlo had hij in een lakenkoperswinkel een geldbuidel met zestien rijksdaalders gestolen. In Middelburg had hij tezamen met ‘swarte Piet’ enkele gouden (mes)heften gestolen. Dit diefje werdt op hoope van tuchting tot beeter leeven gebracht te werden by heeren schepenen gecondemneert opt houten paert gegeesselt te werden. De geseling vond binnenskamers plaats op het ‘houten paard’: een bak waarin Jacob werd vastgebonden tijdens het uitdelen van de zweepslagen. Daarnaast werd hij voor de duur van vijf jaar opgesloten in het rasphuis.

De jonge dief, Frederick Bloemaert, na 1635 - 1669

De jonge dief, Frederick Bloemaert, na 1635 – 1669

De zweepslagen en detentie in het rasphuis hadden echter niet veel indruk gemaakt op Jacob. Op 24 april 1660 werd hij opnieuw verhoord omdat hij in een theater een beurs had gestolen. In de confessie werd de schelm ook bij zijn bijnaam genoemd: Kalotje. Een kalotje is een klein mutsje.  Hij werd door de schepenen van de stad voor twee jaar uit de stad verbannen. Jacob had echter zijn hart aan Amsterdam verpand blijkens een confessie van 8 februari 1661. Hij had uit een huis een doosje met een diamanten ring en twee pendanten met diamanten ontvreemd. Jacob werd opnieuw op het houten paard gegeseld en werd voor drie jaar opgesloten in het rasphuis. Na deze periode werd hij voor drie jaar uit de stad verbannen. Van Jacob heb ik na deze bekentenis niets meer vernomen maar dat hij, wellicht letterlijk, voor galg en rad opgroeide is waarschijnlijk.

5061.311.180 (18-8-1656)

Jan Harst werd gevangen genomen nadat hij verscheidene vrouwen had geslagen met een ketting

Niet alleen hele jonge kinderen werden door de schout verhoord, ook bejaarden werden sporadisch opgepakt en bestraft voor hun misdaden. Zo was Jan Harst, 67 jaar oud, op 18 augustus 1656 gevangen uit oorsaecke hij verscheijde vrouwen met een ketting heeft geslagen. Werdt onder handtastinge ontslagen. Hij werd op vrije voeten gesteld onder de belofte dat hij zich weer moest melden als de schout dat wilde. Philip Coudron, 72 jaar oud en afkomstig uit het Engelse Torquay, was gevangen gezet in het rasphuis voor bedelarij. Hij werd op 27 oktober 1656 door de schout verhoord omdat hij voornemens was geweest om met geweld uit het tuchthuis te breken. Hij werd als straf op het schavot voor het stadhuis gezet met een koord om zijn hals. De schout en schepenen toonden compassie: uijt oorsaacke sijns ouderdom werd de gebruikelijke geseling achterwege gelaten.

Een vrouw met familie ontvangt een aalmoes, Rembrandt Harmensz. van Rijn, 1648 (2)

Een vrouw met familie ontvangt een aalmoes, Rembrandt Harmensz. van Rijn, 1648

De 62-jarige Griet Harmens uit Jeverland, in de wandeling genaamt de rijcke bedelaarster, werd op 17 september 1656 ondervraagd. Ze ging langs de deuren van de meest aanzienlijke lieden van de stad voor aalmoessen voor gevangenen christenslaven bij de turck. Met boeken probeerde ze haar verhaal te staven dat ze geld inzamelde voor gevangen genomen christenen in het Middellandse Zeegebied. Voor deze bedriegerij was ze eerder al voor zes jaar verbannen uit de stad maar ze werd al snel weer in de stad gesignaleerd met boeken en brieven waarmee ze wederom langs de huizen ging om de goede luiden op bedriegelijcke wijsen veel gelt afhandig te maken. Schout en schepenen waren niet te spreken over deze zwendel: in plaats van door eerlijcke middelen haar cost te gewinnen, sich lange jaaren met schooijen ende bedelen beholpen. Ze werd op het schavot te pronk gesteld met een koord om haar hals met een brief haer valsheijt denoterende op haer borst. Ook haar bleef een geseling vanwege haar hoge leeftijd bespaard. Ze werd voor zes jaar in het spinhuis opgesloten en werd nadien voor drie jaar uit de stad gebannen.

Dieverij en bedriegerij is van alle tijden maar door de leeftijd vallen bovenstaande gevangenen extra op. Deze mensen waren als een dubbeltje geboren, maar werden nooit een kwartje. Ze waren genoodzaakt om met diefstal, zwendel en bedrog in hun onderhoud te voorzien.

Bronnen uit het Stadsarchief Amsterdam:

5061.311.64 (10-2-1656)

5061.311.64 (10-2-1656)

5061.313.69 (26-4-1660)

5061.313.69 (26-4-1660)

5061.313.164 (8-2-1661)

5061.313.164 (8-2-1661)

5061.582.156 (12-2-1656)

5061.582.156 (12-2-1656)

5061.311.180 (18-8-1656)

5061.311.180 (18-8-1656)

5061.582.182 (26-9-1656)

5061.582.182 (26-9-1656)

5061.582.184 (26-9-1656)

5061.582.184 (26-9-1656)

  1 comment for “Jong geleerd, oud gedaan

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


9 − = 6