Rokin 69

Zo op het oog heeft het pand aan het Rokin nummer 69 weinig van doen met de geschiedenis van Amsterdam. Het pand, waarop groot The Marine Insurance Company Limited staat, is in 1901 gebouwd en daarna enkel gebruikt als kantoorgebouw. Niet het pand, maar de plek herbergt een interessant verhaal dat nauw verbonden is met het lot van de middeleeuwse kloosters in Amsterdam.

Cellebroedersklooster

Cellebroedersklooster

In het midden van de 16e eeuw telde Amsterdam eenentwintig kloosters waarvan er slechts twee buiten de stad gelegen waren.  Het gros van deze kloosters lag in het zuidoosten van de stad (ter hoogte van de Nes). Eén van deze kloosters was het Cellebroedersklooster. Het klooster lag aan het Rokin en was daar in 1464 gesticht. Jan Wagenaar schrijft in zijn stadsbeschrijving (1760-1767) dat de broeders van het klooster ‘hun werk maakten van het oppassen van kranke, en vooral met pest besmette luiden’. De taak die de broeders van het convent hadden was het verzorgen van de zieken in de stad. Dit was een vereiste die het stadsbestuur contractueel had vastgelegd voordat het klooster gesticht mocht worden.

Na de Alteratie in 1578, waarbij het katholieke stadsbestuur werd afgezet en vervangen door een bestuur dat voornamelijk bestond uit protestanten, werden alle gebouwen en terreinen van de kloosters onteigend, zo ook die van het Cellebroedersklooster. Sommige kloosters werden nadien door de stad gebruikt om instellingen zoals ziekenhuizen en tuchthuizen in te vestigen. Andere kloosters werden echter door de stad verkocht. Uit een kwijtschelding (een soort van koopcontract) van 4 september 1584 blijkt dat Jacob Jansz Hamer een partij vant Cellebroeders convent gelegen anden Amstel ande noortzijde vande kercke koopt van de Burgemeesteren en thesaurien: de plek die tegenwoordig Rokin 69 is. Deze Jacob Hamer stond in de kwijtschelding genoemd als ‘verver’ waaruit blijkt dat hij werkzaam was in de lakenindustrie. Jacob Hamer richt een deel van het voormalig klooster in tot ververij. Verder wordt in de kwijtschelding afgesproken dat Jacob Hamer geen gebruik mag maken van de kerk die direct aan het pand vastzit en dat hij daar geen uitgang mag maken of gebruiken.

Uit een kwijtschelding van 17 december 1592 blijkt dat Jacob Hamer zijn huis en erf 8 jaar later aan Jan Claesz Benningh verkoopt. We ontdekken meer over de familie Benningh in een later koopcontract. Jan Benningh en zijn vrouw hadden een dochter genaamd Elisabeth. Na het overlijden van haar vader blijft zij in het ouderlijk huis wonen.  Dat haar moeder dan ook nog in huis woont mag aangenomen worden uit het feit dat ze nog genoemd wordt in een bron uit 1631. Op 15 juni 1620 gaat Elisabeth in ondertrouw met Matheus van Halewijn.

De familie van Matheus van Halewijn kwam niet uit Amsterdam, zelfs niet uit Holland. Zijn vader kwam oorspronkelijk uit Antwerpen en was kramer en zijdelakenkoper van beroep. Hij verhuisde naar Amsterdam en schreef zich in 1579 in als poorter. Matheus van Halewijn was een rijk koopman: uit verschillende bronnen blijkt dat hij naast de woning op het Rokin ook een woning ‘op ’t Water’, het huidige Damrak, bezat. Daarnaast bezat hij enkele huizen en erven in de nabijheid van de Lauriersgracht en een buitenplaats in de Diemermeer. Elisabeth is op 27 december 1645 begraven in de Westerkerk. Matheus van Halewijn volgt een jaar later. Uit de begraafregisters blijkt dat Elisatbeth en Matheus op het Damrak samen hebben gewoond. Wie de bewoners waren van het pand aan het Rokin is niet bekend. Twee jaar later, in 1647, wordt door notaris Frans Bruijningh een inventaris opgemaakt van de bezittingen van Matheus van Halewijn. Ook hieruit blijkt zijn rijkdom. Daarin staan onder andere vijftig schilderijen waarvan er vier door de (toen) bekende Bartholomeus Spranger waren geschilderd. Het totale bedrag van de veiling bedroeg ruim 565 gulden. In 1650 verkopen de erfgenamen van Van Halewijn de woning  aan het Rokin voor f.6.250,-. aan Jan van Ceulen. Omgerekend zou dat heden zo’n 55.000 euro zijn. Ter vergelijking: tegenwoordig betaal je voor een klein appartement op het Rokin al ruim drie ton.

Jan van Ceulen 'begonnen gebout 1651'

Jan van Ceulen ‘begonnen gebout 1651’

Een jaar nadat Jan van Ceulen het pand in 1650 koopt, bouwt hij een nieuwe woning waarbij een vergulde ster de gevel sierde. Blijkbaar was het vorige huis, dat nog deel uitmaakte van het vroegere Cellebroedersconvent, van dien aard dat het toe was aan vervanging. Met de bouw van het nieuwe huis verandert ook de oriëntatie ten opzichte van de straat. Stond de woning eerst gericht op de Wijde Lombardsteeg, de nieuwe woning heeft zijn oriëntatie op het Rokin.

De oriëntatie van het huidige pand, dat in 1901 werd gebouwd, is nog steeds gericht op het Rokin. Het nieuwe pand bevat geen sporen meer van het voormalige klooster. Wie nu over het Rokin loopt, ter hoogte van nummer 69, zou niet kunnen bevroeden dat hier vroeger een klooster stond. Alleen de straatnaam van een steeg ten zuiden van het pand, de Cellebroerssteeg, herinnert nog aan dit verleden.

Bronnen uit het Stadsarchief Amsterdam:

SAA: 5062.4(transportakten) 305 4-9-1584

SAA: 5062.4(transportakten) 305 4-9-1584

SAA: 5062.9 (transportakten) 48117-12-1592

SAA: 5062.44 (transportakten) 11 7-3-1650

SAA: 5075-1417 (Notaris Frans Bruijningh met inventaris Matheus van Halewijn) 1647

Frederiks, J.G. en P.J. Frederiks, Kohier van de Tweehonderste Penning voor Amsterdam en onderhoorige plaatsen over 1631, 1890

Mostert, I., Biografie van het Rokin, 2008

Schilder, M., Amsterdamse kloosters in de Middeleeuwen, 1997

 

 

Post navigation

  1 comment for “Rokin 69

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


3 + = 5