Vuurwerk

In de Middeleeuwen had Amsterdam twee keer te maken met een grote stadsbrand. Door het gebruik van open vuren, houten huizen en nauwe straten was het bijna onmogelijk om de brand een halt toe te roepen. In 1421 brandde een derde deel van de stad af. Enkele decennia later, in 1452, werd bijna driekwart van middeleeuws Amsterdam in de as gelegd. Na deze grote brand werden de houten huizen langzamerhand ‘versteend’. Het stadsbestuur probeerde het brandgevaar ook op andere manieren in te perken, onder andere door het gebruik van vuurwerk te verbieden.

Een vuurpijl wordt in gereedheid gebracht voor de lancering.

Een vuurpijl wordt in gereedheid gebracht voor de lancering.

Alleen al in de 17e eeuw zijn er talloze keuren opgesteld die het gebruik van vuurwerk verboden. Op 17 november 1645 werd een keur opgesteld omdat verscheydene luyden […] so bij daegh als bij nachte ende ontyden, binnen deser stede, met vuerpijlen ende andere vuerwercken schieten ende werpen, niet sonder groot gevaer voor brand ende andere inconvenienten. Het werd eenieder, jong of oud,  verboden om vuurpijlen, ‘klapbussen’ of ander vuurwerk in de stad aan te steken, af te schieten of te werpen. Op overtreding stond een boete van vijftig gulden waarbij de ene helft naar de ‘aanbrenger’ (degene die de overtreder naar de schout had gebracht) ging en de andere helft naar de schout.

Op 6 april 1666 werd een vergelijkbare keur op schrift gesteld. De avond ervoor was door het gebruik van vuurwerk brand ontstaan in de stad. Naast de boete van vijftig gulden diende de overtreder arbitralik te worden gecorrigeert tot discretie van den gereghte. Gedacht kan worden aan een kort verblijf in het rasphuis of een publieke vernedering op de Dam. In het geval dat de delinquent te jong was om gestraft te worden, waren de ouders of voogden verantwoordelijk voor zijn of haar daden. Uit een keur van 6 september 1687 blijkt dat zonder aanzien des persoons werd opgetreden. Er werd een keur opgesteld waarin stond dat iedereen sig naerden inhouden vandien zal hebben te reguleren, en dat alle den boetens en penen tegens d’overtreders gesteld, precisie, sonder eenige oogluijkinge ofte verschooninghe zullen werden gevorderd.

Er werden echter sporadisch uitzonderingen gemaakt voor de inwoners van Amsterdam. Hoewel de boete voor het afsteken van vuurwerk in een keur van 13 maart 1674 werd verhoogd naar 150 gulden, werd het gebruik van vuurwerk eenmalig gedoogd. Een maand daarvoor, op 19 februari, werd de vrede van Westminster getekend. Door dit verdrag kwam een einde aan de derde Engels-Nederlandse oorlog. Een onderdeel van het verdrag was dat Nederland formeel afstand deed van Nieuw-Nederland (en daarmee Nieuw-Amsterdam). Engeland deed hetzelfde met Suriname waardoor tegenwoordig nog gesproken wordt dat New York en Suriname geruild zijn.

Groot feest in Amsterdam nabij de Kloverniersdoelen (het huidige Doelen hotel).

Groot feest in Amsterdam nabij de Kloveniersdoelen (het huidige Doelen hotel).

De totstandkoming van de vrede betekende groot feest in Amsterdam. Door de stad werd een groot vuurwerk georganiseerd op 14 maart 1674. Daarnaast werd het die avond aan iedereen toegestaan om vuurwerk af te steken. Het was echter niet toegestaan om vuurwerk te gebruiken aan de gehele IJ-zijde, namentlijck van ’t Blaeu-hooft (ter hoogte van het huidige Barentszplein) af, de gansche stad langs, tot aen Fune toe (nabij de Czaar Peterstraat). Dit werd ingesteld om alle pericul van brand aende schepen, houttuijnen en scheepstimmerwerven sooveel mogelijk voor te komen. Op het gebruik van vuurpijlen, klapbussen, voetsoekers en cissers langs het IJ stond een boete van 50 gulden.

De discussie over het gebruik van vuurwerk is niet alleen van vroegere tijden. Ook nu nog laait jaarlijks de discussie over het gebruik van vuurwerk weer op. Elk jaar wordt het vuurwerk zwaarder en is men bang voor lijf en leden. Steeds meer stemmen gaan op om uitsluitend grote vuurwerkshows door de stad te laten organiseren, net zoals in de 17e eeuw gebruikelijk was. De geschiedenis herhaalt zich keer op keer.

Bronnen uit het Stadsarchief Amsterdam:

5020.14.272 (17-11-1645)

5020.14.272(17-11-1645)

5020.16.125 (6-4-1666)

5020.16.125 (6-4-1666)

5020.17.97 (13-3-1674)

5020.17.97 (13-3-1674)

5020.17.98 (13-3-1674)

5020.17.98 (13-3-1674)

5020.18.142 (6-9-1687)

5020.18.142 (6-9-1687)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


− 8 = 0